Ernst heeft een officiersopleiding gevolgd aan de KMA. Daarna is hij als militair naar Nederlands-Indië gegaan. Hij heeft deelgenomen aan de expeditie tegen Atjeh van 1873-74. In 1870 op 25 juli werd hij 2e luitenant, in 1874 op 22 oktober 1e. Op 29 november 1881, tijdens zijn verlof in Nederland, is hij tot kapitein bevorderd. In januari 1887 in hem eervol ontslag uit de militaire dienst verleend "wegens voortdurende ongeschikthied voor alle militaire diensten". Hij was doof.
In 1880 heeft Ernst wegens ziekte een 2-jarig verlof naar Nederland gekregen. Vermoedelijk heeft hij Johanna van den Bichelaar tijdens dit verlof leren kennen. Zij was de dochter van een broodbakker in Den Haag. De familie van den Bichelaar was vermoedelijk niet zo gelukkig met de relatie. De familie Loos was een Hugenoten familie, terwijl de Van den Bichelaars streng katholiek waren. Naar verluid maakte vooral Nelly, de zus van Johanna, zich zorgen om het zieltje van haar zuster. Toen Johanna Ernst leerde kennen was zij pas 17 of 18 jaar, en hij veel ouder, dus ook in dat opzicht vermoedelijk niet de ideale partner in de ogen van haar ouders. Volgens de overlevering zouden haar ouders dan ook geen toestemming hebben willen geven voor hun huwelijk. Ernst en Johanna zouden daarop bewust gekozen hebben voor een zwangerschap om de ouders van Johanna te dwingen toch in te stemmen met hun huwelijk. Johanna raakte in verwachting en Ernst moest weer terug naar Nederlands-Indië. Terwijl Ernst in Nederlands-Indië was is hij in 1884 mat Johanna getrouwd met de handschoen. Het huwelijk is op 6 augustus in Den Haag voltrokken, terwijl Ernst in Muntok (Ned.-Indië) woonde. Ernst en Johanna zijn pas een jaar na de geboorte op 19 september 1883 van hun dochter Johanna Adriana (roepnaam Jo) getrouwd, dus blijkbaar was een zwangerschap alleen niet voldoende op de bezwaren van Johanna’s ouders te overwinnen. Na het huwelijk is Johanna Ernst gevolgd naar Nederlands-Indië. Zij ging in Muntok op Bangka wonen terwijl Ernst een groot gedeelte van de tijd op Sumatra was waar hij vocht in de Atjeh oorlog (1873-1901). Al voor zijn huwelijk had hij deelgenomen aan de expeditie tegen Atjeh (1873-1874). Volgens de overlevering vond Johanna het niet leuk in Indië. Zij zou zelfs een gedeelte van haar verhuiskisten nooit hebben uitgepakt in afwachting van haar terugkeer naar Nederland. In Muntok is op 24 november 1885 hun tweede dochter, Ernestine Françoise Emilie geboren. Zij had als roepnaam Adeh. Ernst heeft de rang van kapitein bereikt. Op zijn 40ste is hij als gevolg van een erfelijke afwijking doof geworden. Op grond daarvan is hij eervol ontslagen uit het leger en is hij met zijn gezin teruggekeerd naar Nederland waar hij in Apeldoorn is gaan wonen.
Daar heeft hij samen met de heer T. Dalhuisen, oud Luitenant ter zee, in Apeldoorn in 1895 een kostschool voor jongens gesticht, het "Instituut Veluwe". Hij was samen met Dalhuisen directeur en heeft er zelf o.a. les in de wiskunde gegeven. Het instituut lag in Apeldoorn aan de Dorpstraat tegen over de Rosariumstraat. In het openingsjaar had het instituut 15 leerlingen. Deze werden opgeleid voor de cadettenschool te Alkmaar en het koninklijk instituut voor de Marine te Willemsoord. De jongens konden er ook een opleiding volgen voor het toelatingsexamen van de 3e klas HBS. Het schoolgeld bedroeg f 200 per jaar. Dit instituut is na het einde van het schooljaar 1900-1901 gesloten. Volgens zijn kleindochter omdat haar grootvader was opgelicht door de heer Dalhuisen. Wat daarvan waar is, weet ik niet. De heer Dalhuisen heeft in ieder geval de school in augustus 1900 verlaten en een eigen concurrerend opleidingsinstituut opgericht in Amersfoort. Dit instituut is na een jaar,ongeveer gelijktijdig met het instituut Veluwe, weer gesloten.
Na het einde van het instituut Veluwe heeft Ernst nog (bij)lessen gegeven op verschillende scholen in Apeldoorn. Ernst was actief in de plaatselijke politiek als vrijzinnig democraat.
In Apeldoorn zijn de twee jongste dochters van Ernst en Johanna geboren, Nelly op 13 mei 1888 en Françoise Augustine (roepnaam Guusje) op 2 januari 1892.