In 1011 volgde hij zijn vader op als hertog en erfde dienst functies als voogd van Lüneburg, Werden, Möllenbeck, Minden, Herford, Kemnade en Fischbeck. In 1018 bemiddelde Bernhard de vrede van Bautzen (stad) tussen Duitsland en Polen. Hij streed vooral tegen de Wenden en de Friezen. Bernhard stond op gespannen voet met Hendrik III vanwege diens pogingen om het bestuur te centraliseren. Bernhard wist juist de autonomie van Saksen op het gebied van wetgeving te herstellen. In 1045 bouwde hij een kasteel in Hamburg.