Tussen 1307 en 1309 en erfde Jan van Polanen van zijn vader het huis en goed te Polanen (Monster). Hij wist zijn bezit in het Westland uit te breiden met een molen te Monster (1311), met tienden aldaar (1322), en met tienden onder Delft, Maasland en Schipluiden (1324).
Ridder & baljuw
In 1328 was hij aanwezig bij de Slag bij Kassel onder de graaf van Vlaanderen (Lodewijk II van Nevers). In het jaar erop (in maart 1329) werd hij tot ridder geslagen.
Na het overlijden van zijn rijke halfbroer Willem van Duivenvoorde, erfde Jan I zijn burcht te Geertruidenberg.
Hij werd in 1331 tot baljuw van Woerden benoemd, in 1331 en 1336 baljuw van Rijnland, en in 1339 baljuw van Kennemerland en West-Friesland.
Heer van Breda
Samen met zijn zoon Jan II van Polanen (1324–1378) pandde Jan I vanaf 9 december 1339 van hertog Jan III van Brabant de heerlijkheid Breda, waarvan zijn halfbroer Willem het vruchtgebruik kreeg. Zijn zoon Jan II van Polanen kocht de heerlijkheid Breda in 1353 en liet er het kasteel van Breda bouwen. Jan II van Polanen gaf ook opdracht om een muur op te trekken rond Breda om de stad te beschermen tegen aanvallers.