Advocaat-fiscael (benoemd 4-10-1600). In de Raad van Brabant (1600..1613). Raadsheer en en agent van Louise Juliana gravin van Nassau, keurvorstin van de Palts, wed. van Frederik IV van de Palts (1606). Ontvangt op 12-8-1614 paspoort "om voor de keurvorstin-weduwe van de Palts enig tapijtwerk en goudleer vrij van convooi en licent van Antwerpen naar Heidelberg te brengen, onder borgstelling en tegen ontvangstbewijs over te leggen binnen drie maanden",. Treedt op als gemachtigde van Emilia van Nassau (1616). Krijgt op 29-8-1617 paspoort "om naar Keulen te vervoeren een kist daerinne besloten is het contrefeytssel van de vrouwe princesse van Groot-Britannien, bestemd voor de keurvorst van de Palts". Treedt op als gemachtigde van Charlotte Brabantina van Nassau, hertogin van Trémouille (1620). Raedt en(de) Agent van (den) Coningh van Bohemen, mitsgaeders curateur van (den) vorstelijcken huijse van Oranie
"Den 19 Febr. 1624 is dezer werelt overleden mijn zwaeger, Doctor Roulant Sweerts in sijn leven Fiscael van Brabant etc., stierf vau een apoplexie en wiert begraven in mijns Huijsvrouwen ouders graf alhier in Hage ter zijden ’t choor."
Bron: Resolutiën Staten-Generaal Oude en Nieuwe Reeks 1576-1625, Gen. Her. Bld. 6(1911)227