Wilhelm is afkomstig uit Overijssel. In 1395 was hij leenman van "dat huys ter Vuchte, gheleghen in den kerspel van Oetmersem in der buer-scap van Tubberghe". In 1403 geeft hij opdracht tot de overdracht van dit leenmanschap. Hij is dan lekenbroeder in het klooster van Frenswegen in Nordhorn vlak over de Duitse grens bij Ootmarsum. Voordat hij toetrad tot het klooster was hij zeer gastvrij voor de reizigers en armen. Hij heeft veel gereisd met zijn vrouw en daarbij allerlei heilige plaatsen bezocht zoals Keulen, Trier en Aken. Op een van zijn tochten werd hij door vijanden gevangen genomen. Hoewel hij ’s nacht, terwijl zijn vijanden sliepen, had kunnen ontsnappen of zijn bewakers zelfs had kunnen doden, heeft hij dat niet gedaan. In plaats daarvan heeft hij gedacht aan de predikingen van god en erop vertrouwd dat hij uiteindelijk in de hemel toch een goede vrijheid zou verkrijgen. In het klooster was hij portier. Daar beschouwde hij ieder bevel als van god afkomstig en voerde die dan ook altijd stipt uit. Wilhelm Stoppendael is gestorven op 7 maart 1417
Er is een regest van 30 juni 1360 van Wilhelmus Stopendal. Mogelijk is dit dezelfde persoon, en is Wilhelmus dus ruim voor 1360 geboren (ca 1340?). Er is ook sprake van een Willam Stopendael die een huis bezat in Ootmarsum Verder was er in 1403 (16 oktober) een Willem Stopendael gerichtsman bij een pachtakte betreffende "het erf Hoberghe in de buurschap Alberghe en het kerspel Oetmersem"
Bron o.a.: Quellen zur Geschichte des Augustinerchorherrenstifts Frenswege., Herausgegegen von Klemens Löffler, 1930, W. Jahn, Soest Regest 38 Klooster St. Anthonius te Albergen.
