Johan Stopendael bezit omstreek 1410 te Deventer een huis op den Berg in de Goltstrate naast een huis behorende aan Eurerd van Stenvorden. Hij is vermoedelijk dezelfde Stopendael die in wordt genoemd bij de stadsrekeningen voor 1396. In de rubiek "Vor onser stad tymmeringhe" staat: "It. Dyrike ten Achterhues zelf vijfte ghesellen die dat bolwerc weder ghemaket hadden vor dat nye steynhues dat onse stad heft laten zetten achter up den Mersch dat Stopendael niet doen en woelde omme anxtes wille vor die vyande daer sie enen dach over weren elken 5 gr. maken 25 gr." In de rubriek " Vor loen ons, stad dyenres ende onser stad knechte" staat: It Stopendael die over iaer ons. stad vruchte omme onser stad weyden ghewaert heft 15 gl. 6 gr." In de rubriek "van alrehande zaken" staat: "It Stopendael zelf zestyende ghesellen die ene nacht waerde up die vyande hadden ghehoelden. elken 4 gr. maken 2 gl."
Bronnen: Catalogus der Archieven van het Groote (vroeger Heilige-Geesten-) en Voorster Gasthuis te Deventer (1267-1815) G.M. de Meyer, 1968. De stadsrekeningen van Deventer, deel I, 1394-1400