Gerrit Stoppendaell is de oudste bekende Stoppendaal die in Leiden woonde. Hij was afkomstig uit het Noord-Duitse Norden. Op 2 oktober 1673 is hij opgenomen in het poortersboek van Leiden en in dat jaar is hij te Leiden getrouwd met Margareta Bodecamp (ondertrouw op 27 oktober 1673, NH). Beide woonden voor het huwelijk in Leiden, Gerrit op het Raepenburch en Margaretha op de Steenschuyr. De zus van Margareta, Gijsge, woonde ook in Leiden op de Houtmarckt. Zij was getuige van het huwelijk. In 1674 woonde hij nog in Leiden en was snijder (kleermaker) van beroep. Op 29 december 1672 en 29 maart 1679 is hij in Leiden getuige geweest bij de doop van kinderen van zijn schoonzuster Gijsje/Geesgen Bodecamp en Pieter van Heldersberg, in 1672 een tweeling Ida en Margieta en in 1679 een zoon Pieter.
Bij de doop van zijn tweeling, Philippus en Aletta, was zijn zus Annetje Stoopendaal getuige.
Omstreeks dezelfde tijd leefde in Norden een Gerd Janssen Stopendahl, die in 1686 gehuwd is met Telke Frerichs. Wat zijn relatie met Gerrit is, is onbekend.