Bij de doop van Johan waren o.a. getuige: Elisabeth Judith van Middachten, weduwe van Johan van Lawijck en ene Arent van Haersolte, luitenant kolonel.
In december 1707 huurt een Johan van Lawick, gewesen capitain, een huis in Utrecht (wz Oudegragt omtrent de Donckere Guaerde). Vermoedelijk is dat deze Johan (Utrechts archief, U019a002/125). In 1709 geeft deze Johan (Jan van Lauwick) een volmacht om tegen zijn neef Jan van Lawick en Anna vanden Broeck te procedueren en van hen obligaties te innen (U123a004/222). Op 1 maart 1711 is een Jan van Lawick (Nederduist Hervormd) begraven in Utrecht. Hij wordt omschreven als een "bejaarde jongeman".