Op 10 mei 1734 heeft Jacobus het klein burgerrecht van Schiedam verkregen. Voordat hij zich in Schiedam vestigde, heeft hij in Amsterdam gewoond. In Schiedam was Jacobus suikerbakker van beroep. Bij zijn overlijden woonde hij daar aan de Korte Kerkstraat. Jacobus had zijn broer Peter in 1757 gemachtigd namens hem de erfenis van hun vader in Nijmegen af te handelen. Jacobus is getuige geweest bij de doop van drie van de kinderen van Dirk Stoppendaal en Alida Kiene, Leena (23-7-1749), Gijsbetha (21-1-1752) en Aagje/Agatha (8-2-1755). Deze Dirk S. is waarschijnlijk Theodorus S., de zoon van Jan S. en Henrica Wenders. Jan S. is zeer waarschijnlijk een broer van Lambertus, de vader van Jacobus. Zowel Jan S. als Lambertus komen uit Buderich.