Blijkens een testament van Sweer Ingen Nulandt (de latere echtgenoot van Gerarda, de dochter van Jorden) woonde Jorden opter Lauwick (een huis in Wageningen, voor het eerst genoemd in de van Lawick familie als eigendom van Arend van der Lawick (ev Elisabeth Hack, gestorven in 1518)).
Jorden was regelmatig burgemeester van Wageningen in de periode van 1580-1610.
Volgens d’Ablaing zou Jorden de zoon zijn van Lumen van Lawick. In 1536 was een Lumer van de Lauwijck lid van het St. Joris Gilde te Harderwijk (Wapenheraut 1,1897, p. 37). Dit zou de vader van Jorden kunnen zijn. Alweer volgens d’Ablaing zou de vader van die Lumen weer een Jorden zijn. Deze grootvader zou de elders genoemde Jorden totter Lawick kunnen zijn.
Volgens d’Ablaing zou Jorden gehuwd zijn met Anna van Hoeckelom, dv Sweder en Elisabeth van Lawick. Anna was echter gehuwd met Harmen van Haersolte. Volgens een kwartierstaat van zijn kleinzoon Lumen (zie aldaar) zou hij gehuwd zijn met een dochter van een Hoeclum en een Lauwick. Johanna, de zuster van Anna, was volgens de aantekeningen van haar neef Gerhard van Heuclom gehuwd met een van Lawick. Hier is aangenomen dat zij met Jorden gehuwd was.
In 1576 werd een Jorden van der Lawick burger van Hasselt.
In 1603 wordt Jorden genoemd in een regest (nr 20, Gelders Archief) als: Jorgen van der Lauwick zegt oud te zijn omtrent 64 jaren en geresideerd te hebben in de magistraat der stad Wageningen omtrent 23 jaren en sedert als een gecommitterde derzelve stad de meeste landgerichten op Veluwe en in Veluwezoom bezeten te hebben.
Bij de leenacten van Doorwerth wordt in 1606 een Jordaan van Lawick genoemd: "30-1-1606: Jordaan van Lawick voor Aleid van Bremdt, weduwe Zeger toe Boecop tot Harseloo, ook voor de kinderen (betreft goederen in Bennekom)"
