De huwelijkse voorwaarden van Anna Elisabeth en Johan zijn opgemaakt op 14 december 1654. Voor hun huwelijksfeest op 17 januari 1655 heeft de dichter Johannes Vollenhove (1631-1708), toen 23 jaar oud, een gedicht geschreven waarin hij de muze Erato laat spreken. Hierin o.a. het volgende couplet:
De trou van myn Haarsolten, een geslachte, Hier lang befaamt, de bloem van mynen adel, Dat lang vol moets gezeten in den zadel, Op ’t kussen lang met Staatzorg, ryp van oordeel, Gestreën heeft voor myn glori en myn voordeel. Wat huis versterkt myn’ Staat gewisser borge Voor Ongeval?
(uit: G.R.W. Dibbets, 1994., Joannes Vollenhove (1631-1708) dominee-dichter, een biografie.)
In 1679 is zij erfgenaam van Claes van Lawick (vermoedelijk Nicolaes, de zoon van Johan van Lawick en Antonetta van Haersolte).