De familie Stoppendaal

De ingang voor de persoonskaarten

©Nelly van der Hoeven

|A |B |C |D |E |F |G |H |I |J |K |L |M |N |O |P |Q |R |S |T |U |V |W |X |Y |Z |-- |

Willem van Lawick

GeslachtMan
Geboren± 1410 (eigen schatting *) 
Overleden1425
Vader Arnt van Lawick
 Geboren < 1400
 Overleden < 1422
Moeder Lijsbet van der Huet
 Geboren < 1380
 Overleden 1452
Broer  Ernst *< 1420
 
 
Notities persoonBeleend met Spikerkamp als erve van zijns vader, 1422. Erft voort op Lijsbet, sijn moder, 1423.

Register Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, Het kwartier van Arnhem, 1917. p.52.


De "Belgische" tak van de van Lauwicks zou beginnen met een Willem, mogelijk deze Willem.

Volgens op internet circulerende (speculatieve) stambomen zou de Willem met wie de Belgische tak zou beginnen een zoon zijn van Roelof, zoon van Arnt, zoon van Arnt. Behalve deze speculatieve stambomen heb ik echter geen enkele aanwijzing kunnen vinden dat deze Willem de zoon is van een Roelof, die weer de zoon zou zijn van een Arend. Deze stambomen vermelden ook Catharina van Arkel als zijn vrouw en noemen 4 verschillende kinderen. Hiervoor heb ik echter ook geen onafhankelijke aanwijzingen kunnen vinden

Mocht inderdaad een Willem de stamvader zijn van de Belgische tak, dan is m.i. de waarschijnlijkste kandidaat de Willem, die in 1418 genoemde wordt als broer van Aernt en Gerijt. Een andere kandidaat is Willem, de zoon van broer Ernst van deze Willem.

Van de Willem, stamhouder van de Belgische tak, worden op internet 4 kinderen vermeld:
  • Walbram
  • Nicolaas
  • Jeanne
  • Jan
    Deze Jan wordt genoemd als Schepen van Neuss (Duitsland). Ook zijn zoon Jan zou weer schepen van Neuss zijn geweest.


Eén bron (Bernard Lauwyck) beschrijft Willem als een Nijmeegse ridder. Willem zou in 1472 door Karel de Stoute als gijzelaar vastgehouden zijn omdat Willem Adolf van Egmont, graaf van Gelre steunde.
In 1482 zou Willem verschenen zijn voor het hof van Vlaanderen.
Zijn kinderen zouden iets (droit d’isone?) hebben moeten betalen voor de bezittingen die hij naliet in Bailleul en St Jans Cappel.