Volgens een regest (nr 1133) uit 1455 zijn Arnt, Henrick en Johan broeders en erfgenamen van Arnt Thomass (ORA Arnhem).
Is met zijn broers Arnt en Johan omstreeks 1460 op het riddercedule te Elst.
In een reeks eigendomsbewijzen van goederen onder Elst en Bemmel, genaamd (klein) Brieler, Ten Einde en Ammermeer worden zijn zoon, Roelof van der Lawick Hendrikszoon genoemd als vader van Aleid, vrouw van Gerrit van der Stegen (Verstegen), en tevens zusten van Roeloff en Johan van Lauwijck.
In 1451 wordt Henric aangeduid als Henric van der Laewic van Rayen. Het zou dus best kunnen dat het Herveltse leen dat in 1531 in handen komt van Gertrud van der Lawick to Ray eerst van Henric broer Arnt naar Henric is vererfd, en dat Arnt van Lawick, de vader van Gertrud, de kleinzoon van Henric is en niet die van zijn broer Arnt. Deze verervingsroute maakt het ook niet meer noodzakelijk om aan te nemen dat de kanunnik Roelof Arntzzoon van der Lawick het klooster weer heeft verlaten en is getrouwd. In "Oud-Wolfheze, kerspel en dorp: een reconstructie" van Henk Jansen (2008) wordt tussen Arnt Rolofssoon en Arnt van Lauwick tot Ray nog een Henrick van Lawyck vermeld voor de periode >1473 tot eind 1490-er jaren of later. Dit zou deze Henric kunnen zijn, en is in overeenstemming met mijn veronderstelling hierboven.
In deze wordt afgeweken van de stamreeks voor de Herveltse tak van de van Lawicks gegeven zoals beschreven in H. Ch. G van Lawick, Ned. Leeuw 1953, p211 ev.