Koopt in 1503 goederen in Elst (Breyendaell) van zijn natuurlijke broer Roelof. Let op: Dit kan ook in 1443 geweest zijn, want bij de akte waarin dit in 1503 vermeld is, is een oudere brief uit 1443 bijgevoegd. In dat geval zou Roelof een natuurlijke broer van een andere Roelof van Lawick moeten zijn, bijv. Roelof, de zoon van Jorden, gehuwd met Cathrina, of Roelof, de zoon van Arnt en Aleid. Tegen de laatste pleit dat nergens in de stukken van Arnt en Aleid sprake is van een extra buitenechtelijke of voorzoon van Arnt.
In 1540 duikt er in Antwerpen een Roelant van der Lauwick, Roelantszoon op. Hij is een tinnegieter uit Nijmegen. Gezien de grote dichtheid van de voornaam "Roelof/Roeland" in de Herveltse tak is het niet onwaarschijnlijk dat deze Antwerpse/Nijmege tinnegieter tot deze tak behoord. (R.C.C. de Savorin Lohman, Ned. Leeuw 2002, p.214). Dit zou een zoon van deze Roelof of van zijn halfbroer Roelof kunnen zijn.