Ten tijde van zijn huwelijk met Isabella woornde Zeger in Den Haag.
Volgens een akte van 5 aug. 1679 heeft zijn schoonmoeder, Cabeljauw hem onder arrest naar Den Haag laten brengen. Zeger verbleef op dat moment in Utrecht.
Volgens een akte van 17 juli 1680 was hij capityn reformé. Die akte heeft betrekking op het regelen van de boedelzaken van Isabella Kabbeljauw. Zeger’s broer Arend wordt hier ook genoemd.
Uit de jaren daarna zijn er verscheidene processtukken waarin Zeger van Lawick een rol speelt. De meeste hebben betrekking op afbetaling van zijn schulden. De laatste mij bekende stamt uit 1691.