Wessel van Ermen, als voogd van zijn echtgenote Agneze, Wilhelm van Arenborch, heer van Doornick en Ressen als voogd van zijn echtgenote Salome, en Margariet van der Lawick verklaren van de stad Nijmegen een som gelds terug te hebben ontvangen, afkomstig uit het klooster van den Hezeschenbergh bynnen Nijmegen en toebehoord hebbend aan wijlen Aelbert van der Lawick. Regesten Oud Archief Nijmegen, 1166-1811, nr 416.
Derick van der Lauwick, Johan van Gaelen en Henrick Vighe doen cond dat wij als gekoren magen en vrienden van beiden zijden als van wegen Willem van Arenborch en Salome van der Lauwick echtl. ter eenre en van Goessen van Honseler en Margriet van der Lauwick echtl. ter andere zijden, myt malkander een maechscheiding gemaakt hebben. Mocht Salome van der Lauwick en van Arenborch aflijvig wurde eer joncfr. Agnese van Galen nu echtvrou Wessels van Ermen oere moeder en zij bij Arenborch kinderen had en achterliet, dat alsdan die kinder staan zullen in stede joncfr. Salome ore moeder totten versterf en nagelaten goederen joncfr. Agnes van Ermen voors. of die noch leefden selve doen solden. Desgelijken mocht Margriet enz.
Gegeven 1517 Saterd. na S. Geertruden dach der heiligen joncffrouwen (Maart 21) Ned. Leeuw 43 (1925), p. 155