In 1517 vestigt Karel, hertog van Gelre, ten behoeve van Margriet, dochter van Albert van Lawick, en haar man Goose van Hoenzeler, een rente op zijn inkomsten uit het land van Kessel, waarvoor borg staan o.a. Herman van Boedbergen, Jasper van Lienden, heer te Hemmen en Blitterswijk.