In een zoenbrief uit 1452 wordt Dirk samen met zijn broers Jorden en Johan genoemd als een van de "neven, mageh ende zwagherlingen" van de in 1445 vermoorde Jorden van Lawick.
Deze Dirk wordt genoemd in de lenen van het kwartier Nijmegen (p. 249): Johan van der Lauwyck, erve sijnes broders Jordens, ontfengt XIII mergen, geheiten die Doerenkamp ende den Acker, gelegen in den kerspel van Elst, daer oostwert naest gelant is den Merwenschen camp, westwert Jordens wijff van der Lauwick, noortwert Jorden van der Lawick Jordenssoon, ende suydwert die gemeyne straet, ende een stuck landts, geheiten die Ridderspoelde, a°. 1458.
Dirck van der Lauwyck bij transport sijnes broders Johans, eodem die.
Uit die tekst blijkt dat Dirk 2 broers heeft, Johan en Jorden, en dat Jorden een zoon Jorden heeft. Over hetzelfde leen wordt vermeld dat het in 1531 in handen komt van Arnt, zoon van Dirk (Arnt van der Lauwick, erve sijnes vaders Dircks, 20 Aprilis 1531.; Moder van Arnt is Anna uten Enge.).
Uit een regest uit 1457 blijkt dat (een) Derick van der Lawick verwant is aan o.a. "heer tot Ubberghen" en "Sophye van de Bylant". Dat zou kunnen wijzen op verwantschap met de Henric van Lawijck die mensen met deze namen als zwager heeft. Echter, het samen voorkomen in de eerder genoemde zoenbrief vanwege de moord op Jorden van Lawick wijst er eerder op dat Dirck in dezelfde van Lawick-tak thuishoort als deze Jorden. In een regest uit 1463 wordt Derick een neef genoemd van Reijnolt van Homoit (de broer van Johan van Homoet, de moordenaar van Jorden van Lawick) (GA 0147-183).
Dirk was heemraad van Overbetuwe in 1456, gerichtsman van Overbetuwe in 1470.