Arnt, ambtman in de Overbetuwe, wordt als broer van Albert in een aantal stukken genoemd. Als ambtman in de Overbetuwe (aannemend dat dit dezelfde Arnt is) wordt hij voor het eerst in 1460 genoemd.
Hij wordt samen met zijn zonen Dirk en Wilhem genoemd in verklaring uit 1500 dat zij niets zullen ondernemen tegen de stad Arnhem i.v.m. de gevangenschap van Arnt aldaar. (Oud archief Arnhem, Huis de Doornenburg nr 1251).
In 1492 krijgt hij samen met zijn broer Albert Grunsfoort als leen. In 1500, nadat hij in Arnhem gevengen is geweest, moet hij dat leen weer opgeven, evenals zijn ambtmanschap. Hij krijgt an als compensatie het recht op de renten en domeinen van land in het ambt Maas en Waal, welke de muntmester Nyclaiss Nyber in pacht heeft.
Vaak wordt verondersteld dat de Arnt die daar vermeld wordt de Arend gehuwd met Elisabeth Hack is. Op de een of andere manier is het niet aannemenlijk dat Albert vL de zoon is van Ernst, de vader van Arend (e.v. Elisabeth Hack). Naar aanleiding hiervan heeft er in de Navorscher een discussie gestaan dat "frater" ook zou kunnen betekenen "frater patruelis", dwz neven (Navorscher 1886, p. 204). Mij lijkt het aannemelijker dat de Arnt, ambtman in de Overbetuwe, een ander is dan Arnt, zoon van Ernst en e.v Elisabeth Hack.
In 1501 heeft Arnt samen met zijn vrouw een stuk land bij Elst verkocht aan Gaert van Triest en in 1507 heeft hij samen met zijn zoon Derick weer landrenten verkocht aan Gaert van Triest. In 1535, als Arnt en zijn zoon Derick overleden zijn, verklaart zijn kleinzoon Arnt zich borg voor de jaarrente.
Arnt is overleden voor 30 oktober 1513, wanneer sprake is van een schuldbrief van wijlen Arnt van der Lauwick.