Gelys wordt met zijn vader en 3 broers genoemd in de zoenbrief van Blois en zijn gemalin Mechteld van Gelre van 2 nov. 1376. In deze brief worden 9 verschillende van der Lawicks genoemd. Bij het tekenen van de Landvrede in 1377 (1 jaar later) worden nog 7 van die 9 van der Lawicks genoemd, waaronder Gelys.
Gelys wordt in 1409 vermeld met zijn vrouw Bate en zijn zoon Jan bij de overdracht van 6 morgen land bij de Opheusdense Leigraaf en die Nyedijck in de maalschap Ochten in de Nederbetuwe.
In 1421, 1425 en 1428 wordt er ook een Gelis genoemd met een vrouw Bate (Beatris), nu samen met zijn zoon Gerit. Dit steeds in verband met de verkoop van grond in Kesteren. Hier wordt verondersteld dat deze Gelis dezelfde is als in 1409 met zoon Jan en in 1376 bij ze zoenbrief.