In 1824 was Cornelis Pieter oppasser. In de periode van 1849 tot ca 1856 was hij (stedelijk) ambtenaar. Vanaf 1856 was hij commies portier. In 1856 was de bezoldering daarvoor f 400,- per jaar.
Cornelis Pieter woonde in Leiden. In 1824 woonde hij in de Kraaierstraaat. Aan het eind van zijn leven woonde hij aan de Koepoortsgracht tegenover het Samuel de Zee hof, nr 128/4