In 1444 wordt ene Riquin Cloeck aangeklaagd door Sander Schimmelpenninck en Alphart Yseren, Andrieszoon, voor pacht en schade. Rijcqwijn Cloeck verklaart zich onschuldig en zegt verder dat hij een "schijltbuertich" man is "ende gert een ordel wer hij van dier anspraken hier staen sal voir enen dagelixschen richter of niet". Maar omdat het proces nu toch eenmaal voor de lage bank begonnen is, zeggen Sander en Alphart "so Rijcqwijn onscholt gewedt hefft hier ander bancken, so sal hij die onscholt mit recht hier doin, off hij is vellich vanden schade".
(website Kloek genealogie)
Bron o.a.: Vaderlandsch Woordenboek deel 26, p 295-296 en genealogieonline (Schilt-Paans)