|
Notities persoon | De vier dochters van Ernst komen samen voor in een oorkonde van 9 april 1600 (zie bij dochter Margaretha). Dit betreft een conflict over een erfenis van Laurens van der Schuyre/Schuere. Over dit conflict bestaan een aantal archiefstukken. Volgens de beschrijving van deze stukken is een Jordan van der Lauwick in 1580 betrokken bij deze zaak. In 1599 worden de erven Ernst van der Lawick genoemd, en in 1600 vier vrouwelijke van der Laewicks. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat deze vier vrouwen de erven zijn van Ernst, en dus vermoedelijk zijn dochters.
Tenminste één van de dochters van Ernst, Styntyn, had in 1600 een handelingsbekwame zoon. Op grond daarvan mag verondersteld worden dat Styntyn ergens voor 1560 geboren is, en Ernst dus voor 1540.
De enige algemeen bekende Ernst van der Lawick die in deze periode leefde is Ernst van der Lawick, echtgenoot van Jelle Martena. Deze Ernst is in 1544 gestorven. Echter, het is niet zonder meer aannemelijk dat Ernst deze Ernst (e.v. Jelle Martena) is. Van Ernst, e.v. Jelle Martena zijn 7 kinderen bekend. Alleen Margaretha komt bij beide Ernsten als naam van een dochter voor. Zij zou één en dezelfde kunnen zijn, eerst gehuwd met Johan van Boeckholt en daarna met Wolter van Lennep. De namen van de andere drie dochters van Ernst, Jenneke, Styntyn en Marie, komen niet voor onder de kinderen van Ernst en Jelle Martena. Verder leefde in 1600 nog tenminste één van de kinderen van Ernst en Jelle, te weten Cunera (gehuwd met Carel van Lennep). Zij, noch een van de andere dan levende bekende nazaten van Ernst en Jelle worden genoemd in de oorkonde uit 1600 waar de erven van Ernst van der Lawick compareren. Verder is het de vraag welke Jorden van der Lauwick betrokken was bij deze zaak, en waarom. De meest voor de hand liggende Jorden is Jorden van der Lawick, gehuwd met Johanna van Hoeckelum. In dat geval zou Ernst een verder onbekende broer van hem geweest kunnen zijn. Wel kan worden opgemerkt dat er in de jaren 1545-1548 in een aantal documenten sprake is van een Ernst van der Lawick (Lauvick) die gerichtman was in het gericht van de Veluwe. Verder merken Maurits & Henrick van Lennep (2012) bij dochter Margaretha op dat zij vermoedelijk de dochter van een Ernst van (der) Lawick en Gijsberta van Randwijk is (volgens een dossier Riemsdijk).
Beschrijving van documenten uit Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, Toegangsnr: 0124 Hof van Gelre en Zutphen; Gelders Archief: 3840 Missive van het Hof aan richter en Magistraat van Wageningen, houdende verzoek om zekere wever en kuiper te ondervragen, van wie vermoed wordt, dat zij medeplichtigen zijn van den zich te Arnhem in hechtenis bevindenden Laurens van der Schuyren (15 september 1575) 4274 Missive van den drost van Veluwe aan het Hof in antwoord op No. 4262. Hij heeft de beide personen laten gevangen nemen, daar zij weigerden te voldoen aan het hem door den Landdag gegeven bevel om hen de nalatenschap van Laurens van der Schueren te doen ontruimen ten behoeve van de schouten van Ede als sequesters. (1 juni 1580) Regest 4327 Commissie van het Hof op den eersten gezworen bode om Marriken Boers (of Kors?) of haar gemachtigde te bevelen binnen 14 dagen haar actie tegen Jorden van der Lauwick en de erven Laurens van der Schueren te institueeren. (9 juli 1580) 4854 Missive van het Hof aan den schout van Ede, houdende bevel om de erven Laurens van der Schuer krachtens vonnis tusschen hen en Mariken Kors in het bezit van de nalatenschap van Laurens te stellen. (15 september 1581) 4909 Missive van het Hof aan den schout van Ede, houdende bevel om alsnog te berichten op het antwoord van de erven Laurens van der Schuer. 18 november 1581) 4861 Missive van het Hof aan den richter van Wageningen, houdende bevel om de erven van Laurens van der Schueren te stellen en te handhaven in het bezit der hun bij vonnis toegewezen nalatenschap. (16 of 21 september 1581) 5037 Missive van het Hof aan de erven van Laurens van der Schuyr. In verband met de op 22 augustus l.l. tusschen hen en Wulff van Oemeren en Jacob van Erckelens door het Hof gegeven verklaring worden zij tegen 25 juni opgeroepen tot verdere behandeling van de zaak der nalatenschap (20 juni 1584) 8760 Missive van het Hof aan den schout van Ede, dat hij ten verzoeke van Laurentsjen, dochter van Laurens van der Schuer, moeten laten verbieden betalingen te doen aan de erven Ernst van der Lawick en dezen gelasten op 5 december a.s. voor het Hof te verschijnen om de conclusie van Laurens van der Schuer aan te hooren enz (11 november 1599) 8764 Missive van het Hof aan richter en magistraat van Wageningen, dat zij de adherenten van Meuwes Janssen tegen 5 december a.s. voor het hof moeten bescheiden om de conclusie van Laurensgen van der Schuer aan te hooren enz (26 november 1599) 8771 Missive van het Hof aan die van Arnhem, dat zij Godert van Berffelt nom. ux. tegen 10 april a.s. voor het Hof moeten bescheiden om de conclusie van Laurensgen van der Schuer aan te hooren enz (21 december 1599) 8810 Missive van het Hof aan den schout van Ede, dat hij naar aanleiding van het vonnis tusschen Laurentgen van der Schuer en de gepretendeerde erfgenamen van Laurens van der Schuer den aangewezenen sequester Jacob van Ercklens moet stellen in het bezit van de gesequestreerde goederen (8 mei 1600)
Ernst van Lawick staat ook beschreven in het boek "De Ernst-lijn: Van Ridder Ernst tot Ernst en Ernestine" |
|