Herbaren II was heer van Ter Leede en vanaf 1234 heer van Arkel (Arcelo) en het omringende land. Hij wordt op de volgende manieren genoemd; Herbaren II van der Leede (Herbertus, Harbertus; De Leide, De Leda, De Ledhe, Van der Lede) in diversen kronieken.
Hij was een zoon van Floris Herbaren van der Lede, die de heerlijkheid Lede bezat (nabij het hedendaagse Leerdam).
Herbaren ging zich tussen 1243 en 1253 heer van Arkel noemen en liet zijn domein Ter Leede na aan zijn jongere broer Jan. Hiermee werd Herbaren de stamvader van het huis Arkel.
In 1227 wordt Herbaren geridderd (wordt genoemd onder de 'Nobilis'), en neemt met de Utrechtse bisschop Otto van Lippe deel aan de Slag bij Ane, de slag verloopt dramatisch maar Herbaren weet te ontkomen. In 1230 krijgt hij het leengoed Heukelom toegewezen en werd hij ook genoemd als heer van Liesveld en Nieuwpoort. In 1251 is hij betrokken bij ontginningswerk in de Alblasserwaard en Krimpenerwaard om het land van Arkel uit te breiden.
Herbaren huwde met Aleid of Alveradis van Heusden of Mabelia van Cuyk (hij is mogelijk meerdere keren getrouwd geweest) en zij kregen vijf kinderen.
Jan van Arkel (ca. 1233 - Gorinchem, 15 mei 1272) heer van Arkel vanaf 1253 tot 1272
Herbaren, heer van den Berghe
Otto, heer van Heukelom en Asperen. Hij had twee zoons en een dochter:
Jan
Herbaren
Mabelia. Zij trouwde met Willem de Cock van Weerdenburg (1275-1318) heer van Weerdenburg.
Mabilia
Mabel, huwde mogelijk met een neef uit het geslacht van der Lede
Uit: Wikipedia
Volgens Waale (1990) had Herbaren nog een zoon, Hugo Botter. Deze was mogelijk heer van Schoonhoven. Verder had, alweer volgens Waale, Herbarens zoon Otto naast de genoemde zonen nog twee zonen, Otto, heer van Asperen en Arent, heer van Leyenburch.