Johan van Brienen tho Byssel, cornet, en Swene van Brienen, echtelieden, bekennen schuldig aan hun zwager en zuster Gerhardt Marthens en Zeine van Brienen tho Borgele, een obligatie van 1050 gulden, wegens rentebrieven afkomstig uit de Hettersche goederen hunner schoonmoeder Joanna van Wees, weduwe van Wolter van Brienen tho Borgele, onder verband van het goed Sybelinck te Heteren. (Gelders archief, Huis Oolde, reg. 88b)