Ik veronderstel hier dat de Willem, die in 1456/57 en 1472 betrokken is bij de strijd om een tiende in de maalschap Baerle onder Bemmel resp. met de landcommandeur Johan van Haeften en Johan van Drongelen, de zoon is van Roelof. Dit omdat Roelof in 1419 een aantal morgen land in het maalschap Baerle onder het kerspel van Bemmel verkocht heeft. Willem voert die strijd met de landcommandeur samen met een Johan van der Lawick, vermoedelijk zijn broer.
Deze Willem is mogelijk ook de Willem die in 1482 en 1489 zegelde bij de overdracht van grond in Bemmel aan het convent te Hunnepe
De "Belgische" tak van de van Lauwicks zou beginnen met een Willem, mogelijk deze Willem.
Volgens op internet circulerende (speculatieve) stambomen zou de Willem met wie de Belgische tak zou beginnen een zoon zijn van Roelof, zoon van Arnt, zoon van Arnt. Behalve deze speculatieve stambomen heb ik echter geen enkele aanwijzing kunnen vinden dat deze Willem de zoon is van een Roelof, die weer de zoon zou zijn van een Arend. Deze stambomen vermelden ook Catharina van Arkel als zijn vrouw en noemen 4 verschillende kinderen. Hiervoor heb ik echter ook geen onafhankelijke aanwijzingen kunnen vinden
Van de Willem, stamhouder van de Belgische tak, worden op internet 4 kinderen vermeld:
Walbram
Nicolaas
Jeanne
Jan Deze Jan wordt genoemd als Schepen van Neuss (Duitsland). Ook zijn zoon Jan zou weer schepen van Neuss zijn geweest.
Eén bron (Bernard Lauwyck) beschrijft Willem als een Nijmeegse ridder. Willem zou in 1472 door Karel de Stoute als gijzelaar vastgehouden zijn omdat Willem Adolf van Egmont, graaf van Gelre steunde. In 1482 zou Willem verschenen zijn voor het hof van Vlaanderen. Zijn kinderen zouden iets (droit d’isone?) hebben moeten betalen voor de bezittingen die hij naliet in Bailleul en St Jans Cappel.