Marij wordt besproken in 2 verklaringen uit 1658 (BHIC, notarieel protocol Sint-Michielsgestel, 5116.13: 459 (22/9/1658) en 464 (10/10/1658)).
Marij heeft kennelijk ongehuwd een kind gekregen. In de verklaringen zeggen de getuigen dat Marij, toen zij in Boxtel woonde, met diverse mannen naar bed was geweest ("geacht ende gehouden voor een lichtveirdich infaem persoon ende een vuijl vercken van quaede naeme en fame" en "veele jonghmans ende oock getrouwde mans met deselve Marij boeleerden ende vleeschelijck te doen hadde") Anderzijds verklaart 1 van de getuigen dat Marij zelf in haar "uiterste barennood" verklaart heeft dat ze met maar 1 man ooit sex gehad heeft, namelijk Lenaert Lamberts, en dat maar op 1 dag (de zondag na Sint Barbaradag* in 1657 (in december)), maar dan wel 3 keer achter elkaar. Deze Lenaert Lamberts is dus volgens Marij de vader van haar kind. Volgens een van de getuigen heeft gemelte Marij Janssen selfs aen haer attestanten verscheijdelijck heeft geseght, bekendt ende verclaerdt dat Lenaert soone Lambert Lenarts Sondaechs naer Sinte Barbaradach inden jaere 1657, die geweest is den (niet ingevuld) dach der maendt december met haer vleeschelijck te doen hadde gehadt ende haer drijmael vleeschelijck hadde bekent, seggende daerbij dese volgende woorden inne substantie: "Hij hadt mij so begaijt, dat ick op mij gadt niet en conde gesitten."
Volgens een andere getuige zou Marij hierover ook gezegd hebben: "den ierste mael een luttken, den tweede mael redelijck ende den derde mael excellent.". Volgens de getuige heeft Marij ook gezegd: "ick en candt niemanden op de werelt geven als hem, daer sa lick dusent dooden op sterven ende naer hem heb ic niemanden bekent."