In de uitheemsle lenen staat Omtrent 7 hoeven lants, gelegen tot Vierlinxbeke, tot Kuyckschen rechte ontfinck
Bartold van Driel ende Arnt van der Lauwick, Hadewichs man, gesinnende beyde beleninge, verschrijft hertog Adolph eenige Kuicksche leenmannen, die voor haren raet seggen, dat den hoff apen wesen solde eenen yegelicken, dat daerom sijn F. G. schuldig were te belenen dengenen, die die beleninge eerst gesocht hed, daerop Bartold voorn., die sulx eerst gesonnen had, beleent wort, a°. 1469. Arnt van der Lawick oick beleent tot sijner gerechticheit, eodem die.
In 1481 komt dit land toe aan Dirck van Bronchorst. In 1474 wordt deze Dyrck van Bronchorst genoemd samen met Arent van der Laweick en juff. Henric, echtelieden i.v.m. de plaats Mill.
Mill en Vierlinnxbeke liggen niet al te ver van erlkaar vandaan. Vandaar dat ik aanneem dat dezelfde Arnt eerst met Hadewich van Driel en daarna met Henrick van Galen was gehuwd.