Gerrit Jan (23 dec. 1817 te Doornik - 12 nov. 1898 te Arnhem), ongehuwd. Hij was luitenant kolonel bij de infanterie en oud-militie-commissaris te Roermond.
Hendrik Jan (1819-1820
Henriëtte Ida
Maria Adriana (1 juni 1822 te Doornik - 30 juli 1912 te Hilversum), ongehuwd
Julie Bernardine Cornelie (26 sept. 1823 te Luik - 25 juli 1908 te Hilversum), gehuwd op 28 augustus 1951 te Zundert met Bernardus Johannes Wagner (15 juli 1803 te Arnhem - 23 jan 1866 te Breda), generaal majoor. Zij hebben geen kinderen gekregen. Hun neef, Henri van der Hoeven, heeft de laatste jaren van zijn gymnasium opleiding bij hun gewoond.
Henricus was militair bij de genie. In 1810 is hij ingelijft bij het leger van Napoleon, als "sapeur", eerst als luitenant en daarna als kapitien. Vanaf 1811 werd hij geplaats bij het Franse observatiecorps aan de Elbe en de Oostzee, en kwam zo met zijn garnizoen in Hamburg. Daar werd hij in maart 1813, bj de terugtocht van de Fransen na Napoleons nederlaag in Rusland, krijgsgevangen gemaakt en naar Rusland gebracht. In maart 1814 is hij uit krijgsgevangenschap teruggekomen in Holland. Hierna bleef hij werkzaam als genie-officier bij Defensie. In 1836 werd hij gepromoveerd tot Luitenant-Kolonel-Ingenieur en als zodanig is hij in 1841 op 57-jarige leeftijd met pensioen gegaan. Zijn gezondheid was aangetast door zijn krijgsgevangenschap. Henricus was lid van de vrijmetselarij, evenals zijn zoon Gerrit Jan.