| Notities | Horatius en Albertie hebben tenminste 5 kinderen gekregen, allen gedoopt in Leeuwarden,
- Wyger Vitringa (doop 7 okt. 1657 - ovl 18 jan. 1725 te Wirdum), noemde zichzelf Wigerus.
Wigerus heeft rechten gestudeerd in Franeker en is daar op 4 juli 1678 gepromoveerd op een proefschrift getiteld "De Fideicommissaria hereditatis petitione". Na zijn studie werkte hij als advocaat aan het Hof van Friesland. Hij was ook kunstschilder, eerst portretten, maar hij is vooral bekend van zijn latere werk van zeegezichten. Hij is naar Alkmaar verhuisd, waar hij zich niet meer bezig hield met de advocatuur, maar alleen nog schilderde. Daar was hij van 1696 tot 1706 lid geweest van het Sint-Lucasgilde, het gilde van de kunstenaars en kunstambachtslieden. Na 1706 is hij teruggekeerd naar Leeuwarden. Hij werd bijna blind, en kon zelf niet meer schilderen. Wel leidde hij nog leerling-schilders op, waaronder Tako Jelgersma.
- Keympe Vitringa (doop 18 mei 1659 - ovl. 21 maart 1722), noemde zichzelf Campegius. Hij is op 25 november 1681 gehuwd met Willemina Hellius. Zij hebben tenminste 3 kinderen gekregen, allen gedoopt in Franeker,
- Simon Vitringa (doop 28 sept. 1682).
Simon is 2 keer met een VOC schip op en neer naar Nederlands Indië gevaren. Op 11 januari 1711 vertrok hij als sergeant bij de VOC naar Batavia (schip Donkervliet) en kwam op 26 juni aan te Batavia, vanwaar hij weer vertrok op 29 november 1712 (schip Kockengen) en op 19 augustus 1713 in Nederland terug te keren. Op 9 januari 1715 vertrok hij opnieuw (schip Mijnden), nu als onderkoopman, en kwam op 15 augustus aan in Batavia, vanwaar hij weer vertrok op 1 november 1716 (schip D 'uno) om op 30 juli 1717 weer in Nederland terug te keren.
- Horatius Vitringa (doop 4 juni 1684)
- Campegius Vitringa (doop 23 maart 1693 - ovl. 11 jan. 1723), op 14 mei 1719 gehuwd met Anna Sophia Sixti. Zij kregen 2 dochters, waarvan de tweede pas na zijn vroegtijdig overlijden is geboren.
- Wilhelmina Elisabeth Vitringa (doop 18 jan. 1720)
- Campegia Wilhelmina Vitringa (doop 18 aug. 1723), gehuwd met Joseph Gockinga, kapitein van het eerste bataljon van het lijfregiment van de Prins van Oranje.
Na zijn dood is zijn weduwe hertrouwd met Hermannus Venema, Campegius opvolger als hoogleraar in Franeker. Hermannus Veneme heeft gezorgd voor de posthume uitgave van Campegius werk.
Campegius heeft net als zijn vader theologie gestudeerd in Franeker, waar hij vier dissertaties schreef, twee filosofische en twee theologische. Eind 1715 werd hij benoemd tot hoogleraar in Franeker. Hij gold als een zeer goed docent die wetenschap beschouwde als "het zoeken en vinden van onbekende dingen".
Campegius heeft theologie gestudeerd in Franeker en Leiden. In 1679 is hij in Leiden gepromoveerd. In 1680 werd hij hoogleraar theologie en Hebreeuws in Franeker.
Als theoloog behoorde Campegius tot de stroming van de coccejanen, die als belangrijkste punt hadden dat de vergeving van de zonden in het oude testament nog niet volledig was, maar pas in het nieuwe testament werd, door het kruisoffer van Christus. Het belangrijkste praktische verschil met de tegenstroming was dat zij de sabbatviering meer als een ceremonieel gebod dan als een moreel gebod zagen, en daarom ontspannende activiteiten op de zondag toestonden.
Als coccejaan werd hij in 1684 van ketterij beschuldigd.
- Martinus Vitringa (bij zijn doop Martynnes)
- Horatius Vitringa (doop12 aug. 1664), gehuwd op 14 oktober 1688 met Dieuke Duijff, de dochter van Ernst Hendrik Duyff en Trijntje Faber. Zij hebben tenminste 6 kinderen gekregen, allen gedoopt in Leeuwarden,
- Albertina Vitringa (doop 29 sept. 1689), op 30 april 1702 te leeuwarden gehuwd met Pyter van Kemmen. Pyter was koopman.
- Ernestus Vitringa (doop 9 nov. 1690)
- Ernst Vitringa (doop 20 juli 1692), gehuwd op 7 oktober 1714 te Leeuwarden met Johanna Bruijnsvelt. Ernst was in 1714 landmeter en later notaris. Hij heeft tenminste 9 kinderen gekregen, die bijna allen jong zijn gestorven. Alleen van zijn zoon Horatius Martinus Vitringa (doop 4 feb. 1735 - ovl. 7 juni 1787) is mij bekend dat hij meerderjarig is geworden.
- Horatius Vitringa (doop 2 sept 1694), gehuwd op 31 oktober 1723 met Yda Gosses van Sipma (doop 1 jan. 1693), dochter van Gosse Reins Sipma, meester schoenmaker, en Catharina van Dessel. Zij hebben teminste 2 kinderen gekregen, beide gedoopt in Leeuwarden,
- Dieuke Vitringa (doop 7 juli 1724), gehuwd op 5 december 1749 met Gerardus Acker, advocaat en pensionaris te Rijperkerk. Zij krijgen tenminste 5 kinderen. Hun tweede zoon, geboren op 24 augustus 1752 is Horatius Vitringa Akker, predikant te Wanneperveen.
- Horatius Vitringa (doop 1 juli 1735)
- Hendrick Vitringa (doop 22 mei 1696)
- Catharina Vitringa (doop 17 sept. 1697 - ovl. 16 feb. 1781), gehuwd op 20 december 1722 te Koudum met Johannes Philippus de Schiffart (24 mei 1694 te Emden - ovl. 27 april 1774). Zij heeft tenminste 3 kinderen gekregen.
Horatius was notaris publicus en rentmeester.
- Anneke Vitringa (doop 1 okt. 1666)
|
