Vermeld in 1460-1504, in de Ridderschap van Overijssel 1477, landrentmeester van Salland 1483, 1484, 1486, 1489, 1494, bezat de Marsch 1493-1504.
23-2-1487 Geert Mulert verklaart in aanwezigheid van Evert Sticker en Wicher Poppe als getuigen, dat hij ter wille van de nagedachtenis van wijlen Mechtelt, dochter van Godert Coninc, van Utrecht, zijn vrouw, bij testament aan de prior en het convent van het regulierenklooster van Sunte Agnietenberge bij Swolle, waar wijlen Mechtelt door hem begraven is, een jaarrente van 3 herenpond wil nalaten, etc. G.A. Zwolle inv. KA002 Cartularium fol. 33