Schepen van Utrecht tusschen 1415 en 1453, burgemeester aldaar tusschen 1417 en 1454, het jaar van zijn overlijden, huwde in 1426 Beatrix over de Vecht van Vliet , overleden in 1496 op Magdalenendach, dochter van Johan of Jan over de Vecht en van Stefania Evert Schoutensdochter. (Navorscher 1874 blz. 135 en Geneal. en Herald. Bladen 1909 blz. 254). Godevaert de Coninck werd in 1419, na doode zijns vaders, beleend met Emiclaer en Lahgenoorth en werd toen dus heer daarvan; van zijn moeder een hoeve lands te Zeist hebbende geerfd, transporteerde hij haar daarop aan zijn vader. In 1437 kocht hij van Hendrik van Aller een goed te Amerongen) waarmede hij in 1438 beleend werd, doch dat hij in 1453 transporteerde aan ‘t convent Westeroren bij Tiel. In 1427 was Burgemeester Godevaert de Coninck, heer van Emiclaer, een der stedelijke bevelhebbers over de Utrechtenaren, die met den Postulaat Diepholt optrok tegen Aernout van Gelder, diens troepen bij Maurik versloeg en de Betuwe verwoestte. Zijn schoonvader, die de partij hield van Bisschop Zweder, vluchtte daarop uit Utrecht. In 1429 treft men hem aan als getuige van Bisschop Diederik bij het verdrag van Hertog Philips van Bourgondië en als zegsman tusschen het Sticht en den Heer van Montfoort en in 1450 als borg van Bisschop Liudolph. Hij tochtte in het goed Emiclaer en Langenoorth zijn vrouw,die als weduwe in 1460 een proces had met Alida Proeys, vrouw van Jan de Coninck en schonk, op zijn doodsbed in 1454, een zilveren beker aan de Abdy.
Bron: Website Henny Savenije (NB. in diezelfde bron wordt als huwelijksjaar ook 1440 genoemd)
