In 1467 werd hij door zijn zwager Wolter van Keppel overvallen en gevangen genomen. De Zwollenaren, bij wie Wolf zeer gezien was, Kampen, Deventer, de bisschop van Utrect en de hertog van Gelder kozen partij voor Wolf waarop van Keppel hem in 1466 los liet om zijn zaak in Zwolle te bepleiten. Dit onder de belofte dat Wolf zich op de eerste oproeping weer gevangen zou laten stellen. Toen Wolf aan deze belofte wilde voldoen, hebben de Zwollenaren hem gevangen genomen omn dit te verhinderen. Zij hebben hem tot de dood van van Keppel (in 1483) zijn dood te Zwolle vastgehouden. Zijn vrouw Elizabe van Munster hield hem in Zwolle gezelschap in zijn gevangenis.
Volgens andere bronnen overleden voor 1484: overl. vóór of in 1484; zn. van mr. Johan Roelofszn. van Ittersum; I.U.L.; heer van ’t Hof te Zwolle, Werckeren, Voorst en ’t Nijenhuis; scheidsrechter tussen de stad Groningen en de keizer en het Rijk (1419); raad van de bisschop van Utrecht (1420); schout van Deventer (1425); rentmeester van Salland (1437-43); burgemeester van Zwolle (1439), en diens tweede echtgenote Nese van Kamferbeke. (GN1991)