Door zijn vader aangesteld tot koning in Maine 856 en, als gedesigneerd opvolger, tot (onder-)koning van Aquitanië 867; gaat zodra hij de dood van zijn vader heeft vernomen tal van kloosters, graafschappen en domeinen wegschenken om aanhang te winnen, wat de koninklijke macht natuurlijk verkleint en bijna tot een burgeroorlog leidt met de uit Italië terugkerenden; wordt na bemiddelend optreden van aartsbisschop Hincmar van Reims door deze gekroond, Compiègne 8.12.877; wordt ook door paus Johannes VIII gekroond (met uitzicht op een latere keizerskroning in Rome), Troyes 7.9.878; bevestigt op een samenkomst met zijn neef Lodewijk de Jonge van Oost-Francië het verdrag van Meersen te Voeren (Fouron) 1.11.878; bereidt (voordat een verdergaande samenwerking met de overige Karolingische vorsten wordt bereikt) een veldtocht voor tegen het opstandige zuiden van zijn rijk, doch ziekelijk als hij is overlijdt hij.