Algemene informatie
Werkgebied statistische data-analyse planning van biologisch onderzoek wiskundige modelvorming statistische modellen en methoden biologische literatuur studies cursus statistiek op maat
Contact
Nieuwsbrieven
Publikaties
Software
Algemene voorwaarden

'

Estimating the 5-percentile of the species sensitivity distributions without any assumptions about the distribution.

Nelly van der Hoeven^*

ECOSTAT, Vondellaan 23, 2332 AA, Leiden, The Netherlands

* Corresponding Author:

Nelly van der Hoeven,
ECOSTAT,
Vondellaan 23,
2332 AA Leiden,
The Netherlands
tel.: (+)31-(0)71-5315011; fax: (+)31-(0)842-116988;
email:

Summary

A non-parametric method is described to estimate the hazardeous concentration for p% of the species, the HCp, and the confidence limits for this value, the HCp(α). For this method, all observed sensitivities are ordered from high to low sensitivity. The HC5 is the k-th observation were k is the largest integer below 0.05×(n+1). It is described how the HCp(α) can be calculated. A table is presented for easy calculation of several conservative confidence limits for the HC5. For the HC5(0.05), a second table is presented which can be used to interpolate between the conservative estimate of the HC5(0.05) and the next higher observed concentration. The non-parametric HC5 and HC5(0.05) estimation is illustrated with an example of sensitivity data on malathion. For this data set, the log-normal HC5 and HC5(0.05) estimations appear to be conservative compared with the non-parametric estimate. It is stressed that HC5 and HC5(0.05) estimates will often be much more affected by the non-randomness of the species set for which sensitivity data are available than by the choice of the statistical method.

keywords: beta distribution; hazardeous concentration

Ecotoxicology 10: 25-34, 2001

Abstract sluiten

Statistische methoden en modellen

Voor het beantwoorden van uw vraag kiest ECOSTAT uit een breed scala van bestaande statistische methoden en modellen. Indien noodzakelijk kan ECOSTAT ook een bestaande methode aanpassen of uitbreiden om hem beter geschikt te maken voor de analyse van uw data.

Enkele voorbeelden van het werk van ECOSTAT

In ecotoxicologische studies wordt de onderzochte stof vaak gedoseerd met behulp van een oplosmiddel. In dat geval worden doorgaans twee verschillende controle behandelingen toegepast, een gewone controle en een controle waar het oplosmiddel aan is toegevoegd. In de statistische analyse van dergelijke studies wordt vaak gekozen om als controle de combinatie van de gegevens van beide typen controles te bebruiken indien deze twee niet significant verschillen, en anders enkel de oplosmiddel controle te gebruiken. Nelly van der Hoeven van ECOSTAT heeft met een simulatiestudie aangetoond dat deze methode niet correct is.

Bij ecotoxicologisch onderzoek is het zeer relevant om bij de concentraties waarbij geen significant effect van de onderzochte stof is aangetoond ook aan te geven hoe groot een effect had moeten zijn om als significant bestempeld te worden. Voor toetsen gebaseerd op de normale verdeling waren hiervoor reeds methoden bekend. Nelly van der Hoeven van ECOSTAT heeft een methode ontwikkeld die gebruikt kan worden bij non-parametrische statistische toetsen.

Het risico van een stof voor het milieu wordt bepaald aan de hand van toxicologische gegevens voor een beperkt aantal soorten. Aan de hand van deze beperkte dataset moet de maximale concentratie geschat worden die geen onaanvaardbare effecten zal opleveren. Een van de methoden hiervoor is het schatten van de concentratie waarbij tenminste 95% van alle soorten geen enkel effect van de stof zal ondervinden, de zogenaamde HC5. Meestal wordt voor de toepassing van deze methode verondersteld dat dat de gevoeligheden van de verschillende soorten log-normaal verdeeld zijn. Nelly van der Hoeven van ECOSTAT heeft een methode ontwikkeld om de HC5 te schatten zonder een veronderstelling over de verdeling van de gevoeligheden te maken.